In een filmpje waarin twee vrouwen spraken over hoe volgens hen angst werd gebruikt om ons te manipuleren, hoorde ik een van de dames zeggen: “Laat je niet bang maken”. Ik dacht hoe dan? Hoe laat ik mij al dan niet bang maken?
Stel je ligt in bed en in de verte hoor je een onweer. Dan kun je je van alles in je hoofd halen over inslaande bliksem en afbrandende huizen. Ben je dan bang van het onweer? Of van alle toekomstbeelden die in je opkomen? Het feit dat niet iedereen bij onweer angstig in bed wakker ligt, is voor mij al een aanwijzing dat het in je eigen hoofd gebeurt en het niet het onweer is dat de angst bij je oproept. Iemand anders zal misschien naar het raam lopen om naar de bijzonder fraaie bliksems te kijken. Had onweer de macht om angstgevoelens in mensen op te roepen, dan zou je denken dat iedereen dat moet merken. Net zoals iedereen iets merkt als de bliksem in zijn of haar hoofd inslaat.
Zo gaat het met alles wat je bang maakt. Je hoort iets, hebt daar je eigen gedachten bij en daar wordt je bang van. Of niet. Je kan om dezelfde informatie ook boos worden. Of lachen. Net wat jouw gedachten erbij zijn.
Dit doorzien maakt angst veel minder angstig. Als ik mezelf van alles in het hoofd haal en daarmee angstig word, zorgt het inzicht in hoe dat werkt ervoor dat ik die angstgevoelens samen met de gedachtes langs kan laten drijven. En dan komt de zon vanzelf weer tevoorschijn. En daarmee maakt het niet meer zo heel veel uit.
Toen ik het filmpje terugkeek, bleek overigens dat niemand daarin zegt “Laat je niet bang maken”. Dat hadden mijn eigen gedachtes zomaar ingevuld.
(foto: Tom Roberts via Unsplash)